Kees droomt
Groeiondernemers zijn de aanjagers van de 21ste-eeuwse economie en daarmee het fundament onder het toekomstig welzijn van Nederland. Ons land heeft echter een fundamenteel probleem doordat relatief weinig bedrijven daadwerkelijk doorgroeien. Oorzaken zijn te vinden in onze ondernemersmentaliteit, cultuur, marktimperfecties en infrastructuur. De omgeving smoort ondernemers eerder in de kiem dan dat zij stimuleert en vooruithelpt. De oplossing is een beter ecosysteem dat ondernemers inspireert, activeert en faciliteert om -duurzaam en verantwoord- uit te groeien tot belangrijke economische en maatschappelijke spelers.
Deze tekst is afkomstig uit het manifest van NLevator. Kees onderschrijft dit manifest volledig en zet zich actief om zo’n ecosysteem ook mogelijk te maken.
Kees zou graag zien dat Nederlandse ondernemers groter denken, professioneler ondernemen en daarbij ook meer aan zichzelf zouden werken. Peter Drucker zei al ‘ the bottle neck is always at the top of the bottle’. Vanuit zijn eigen ervaring is hij ervan overtuigd dat ondernemers makkelijker kunnen groeien door vooral hun eigen gedrag op de nieuwe groeifase aan te passen.
Groei moet
(Column FD 06/12/12)
We worden de laatste tijd weer overstelpt met publicaties over snelle groeiers. Hebben we net de Fast50 – de top 50 van Nederlandse technologiegroeiers – achter de rug, volgen alweer de uitreikingen van zowel de fd Gazellen als de High Growth Awards. De snelle groeiers van Nederland worden weer in het zonnetje gezet. En in de huidige malaise kunnen we dat beetje goede nieuws wel gebruiken. Honderden bedrijven die ondanks alles de aflopen jaren fors zijn gegroeid, weerbarstig de economie verslaan en denken in mogelijkheden in plaats van problemen. De meeste met tientallen procenten groei, vele met honderden procenten en een enkeling met duizend procent groei of meer. Petje af; een mooi voorbeeld voor de rest van ondernemend Nederland. Immers, groeien zouden meer bedrijven moeten doen.
Maar groei als belangrijkste streven, is dat wel zo logisch? Met die vraag werd ik vorige week overvallen door een snuggere student van de Erasmus Universiteit. Ik mocht als gastdocent de ‘kick off’ verzorgen van de leergang Entrepreneurial Growth, en die eerste vraag verraste me. Immers, groei is in mijn beleving zo’n basaal doel van een onderneming dat ik er nooit bij had stilgestaan dat het doel an sich ter discussie gesteld zou kunnen worden. Natuurlijk, ik ben ook voor een focus op marge, cash en continuïteit. Maar groei niet als kerndoelstelling, nee, dat kan er bij mij niet in. Gelukkig won ik wat tijd met mijn eerste koddige antwoord: ‘Maar als je aan een wedstrijd meedoet, doe je dat toch ook alleen om te winnen?’ Mijn tweede antwoord was van eenzelfde bedenkelijk niveau, ‘En, eh, wat is het alternatief, een krimpdoel?’
Natuurlijk, ik ben ook voor een focus op marge, cash en continuïteit. Maar groei niet als kerndoelstelling, nee, dat kan er bij mij niet in.
Gelukkig herpakte ik me. ‘Groei creëert natuurlijke doorgroeimogelijkheden voor je medewerkers. Een groeiend bedrijf kan makkelijker talent van buitenaf aantrekken. Groeiende bedrijven ontwikkelen schaalvoordelen, zoals bij de inkoop, waardoor de marge vergroot kan worden. Groei brengt ook ontwikkelmogelijkheden voor de ondernemer zelf. Je rol verandert, waardoor het werk steeds interessanter wordt.’ Uiteindelijk noemde ik als belangrijkste reden dat groei nodig is om marktdominantie te krijgen. Marktdominantie om de prijs te zetten, sneller te innoveren en kleinere partijen te kunnen wegdrukken. Om tot het beperkte groepje winnaars in jouw markt te behoren moet je dus te allen tijde sneller groeien dan de concurrent. Dat geldt voor internetbedrijven, maar ook voor de bakker op de hoek, het lokale taxibedrijf en de glazenwasser.
Op de weg terug bedacht ik dat ik de belangrijkste reden vergeten was. Er is gewoonweg niets leukers dan deel uit te maken van een snelgroeiend bedrijf. Kijk naar die winnaars op het podium. De kick, de energie en het plezier druipen ervanaf. Dat zegt eigenlijk alles.